Dorpsleven in beeld

2020
Gert van den Esschert (links) en Henk van Essen hebben voor Omroep Gelderland de film ‘Epe in 1954 ’ ingesproken.

Henk van Essen en Gert van den Esschert, beiden geboren en getogen Epenaren, weten veel van de historie van het dorp Epe. Zij waren dan ook de uitgelezen personen om de film ‘Epe in 1954’ van commentaar te voorzien. De film is op 14 mei te zien bij Omroep Gelderland en maakt deel uit van de serie ‘Ons Dorp’. UPDATE: De uitzending is volgens de website van Omroep Gelderland verschoven naar 18 juni.

In de jaren ’50 en ’60 reisden de Enschedese ondernemer Johan Adolfs en zijn filmers met Paillard Bolex-camera’s stad en land af om dorpen en steden vast te leggen op bewegend beeld. Uniek en bijzonder, want in die tijd was de filmcamera nog geen gemeengoed. Het filmproject diende als inkomstenbron voor muziekverenigingen. De camerawagen met het opschrift ‘Landelijke filmactie Nederlandse Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen en Euphonia Algemeen Nederlands Zangersblad’ deed in 1954 het dorp Epe aan. In eerste instantie was het de bedoelding om alleen geluidsopnames van muziekgezelschappen en/of koren te maken, maar Adolfs kwam met het plan om te gaan filmen. Deze films zijn voor een deel bewaard gebleven, maar de geluidsopnames op grammofoonplaten zijn zo goed als allemaal verloren gegaan. Adolfs bracht bij zijn filmbeelden zo veel mogelijk mensen in beeld. Achterliggende gedachte was dat de verenigingen, als opdrachtgever, deze films in de wintermaanden aan de nieuwsgierige dorpsgenoten konden laten zien. De entreegelden waren dan uiteraard voor de vereniging.

Vroeger hadden we meer tijd en was ER meer sociale samenhang

Gert en Henk zijn aan de telefoon (een interview op locatie is in deze coronatijd lastig) enthousiast over het project. “We hebben eerst het ruwe filmmateriaal, ruim 30 minuten, mogen bekijken en ons op die manier kunnen voorbereiden. Daarna zijn we in de studio uitgenodigd en hebben we alle beelden van commentaar kunnen voorzien. Ik wilde het in dialect doen, maar Gert begon direct in ‘hoog-Hollands’. Toen kon ik natuurlijk niet meer met mijn ‘plat Epers’ erachteraan komen”, lacht Henk, die verwacht dat de beelden ingekort wordt tot ongeveer 20 minuten. “We weten zelf ook niet wat er is weggevallen en wat er is overgebleven in de uiteindelijke weergave op tv.”

Straatbeeld
Henk, zelf geboren in 1947, herkent veel van het getoonde materiaal. “Ik woonde aan de Parkweg, dus middenin het centrum. De film geeft een mooi beeld van hoe het dorpsleven er in die tijd uitzag. Dan gaat het niet alleen over panden, maar ook over het straatbeeld met winkels en scholen. Het is mooi om te zien hoe groot de markt op woensdag was. Dat was echt een sociale ontmoetingsplek. Als ik de beelden zie, dan zie ik ook mijzelf weer, hoe ik daar als klein jongetje tussendoor liep op weg naar school. Daarnaast viel het me op hoeveel melkboeren, slagers en bakkers we in het dorp hadden. Veel meer dan nu, terwijl het dorp toch veel kleiner was. Persoonlijk vond ik het beeld van de Dorpsschool wel mooi met spelende kinderen en onder andere meester Brinkman en meester Van Huffelen. Maar ook ander scholen komen uitgebreid in beeld. De Bernardusschool, de school met de Bijbel (later Anne de Vries, red.), de Marijkeschool (later de Van der Reijdenschool, red.) en de Zuukerschool. Een ander mooi beeld dat je op de film ziet is het draaipunt van de VAD-bussen op het marktplein en de grote fietsenstalling achter café Boeve. Het zijn van die typische beelden die weer helemaal tot leven komen bij het zien van de film.”

Verdwenen
Ook Gert, iets jonger dan Henk en geboren in het jaar dat de film werd gemaakt (1954) herkent nog veel. “Een belangrijk onderdeel van de film is de optocht van verenigingen die je voorbij ziet komen. Dan pas valt op hoeveel verenigingen zijn verdwenen of een heel stuk kleiner zijn geworden. Visclub ‘De Snoekbaars’, zangverenigingen ‘Eensgezindheid’ en ‘Hallelujah’ en ‘De Koninklijke Harmonie’. Opvallend is ook hoeveel detailhandel het dorp kende en tegelijk: hoeveel er is verdwenen. Allemaal kleine winkeliers, die volop actief waren in het verenigingsleven, of bijvoorbeeld deel uitmaakten van de vrijwillige brandweer. Op de beelden zie je bijvoorbeeld nog Aart Jonker, Jans van Putten, Gerard en Bertha Jansen en Gerard Mulder.”

Sociale samenhang
Bij zowel Gert als Henk klinkt melancholie door als ze praten over de filmbeelden die ze hebben ingesproken, overigens zonder dat ze willen zeggen dat vroeger alles beter was. Henk: “Er is toch wel erg veel moois verdwenen uit het dorpsbeeld. Het oude ‘Wapen van Epe’ dat is afgebrand en veel mooie villa’s aan de noordkant van het dorp zijn er niet meer. En wie weet er bijvoorbeeld nog dat we zelfs een gevangenis hadden hier midden in Epe?” Gert, auteur van verschillende historische boeken over het dorp Epe, weet wel wat hem trekt in het verleden. “Het ongedwongene van die tijd. Er was veel meer tijd en meer sociale samenhang. Mijn vader was melkboer. Hoeveel adresjes had hij wel niet waar hij koffie dronk? Die sociale samenhang spreekt mij sterk aan.”

www.omroepgelderland.nl/ons-dorp

Tekst en foto: Gerrit Tenkink

Zie ook:
Epe mien däärpien deel 1
Epe mien däärpien deel 2
Epe mien däärpien deel 3